Op 9 december 1901 - aanstaande donderdag precies 120 jaar geleden - werd het eerste consultatiebureau van Nederland geopend: aan de Regentesselaan 20 in Den Haag. Wethouder Kavita Parbhudayal van Zorg, Jeugd en Volksgezondheid staat stil bij dit bijzondere jubileum. 

Het eerste consultatiebureau werd opgericht ter bestrijding van zuigelingensterfte. Tot het einde van de 19e eeuw haalde één op de vijf baby’s de eerste verjaardag niet. De Haagse dokter Plantenga wilde daar iets aan doen. In zijn consultatiebureau hielp hij vooral 'on- en minvermogenden', wat in de praktijk neerkwam op moeders die geen borstvoeding konden geven. Zij kwamen dagelijks naar de Regentesselaan om hun kind te laten wegen en de dosis melk voor de volgende 24 uur op te halen.

Inmiddels zijn de consultatiebureaus van toen veranderd in een veelomvattend Centrum Jeugd & Gezin dat de jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp in de gemeente Den Haag verzorgt en daarnaast extra ondersteuning biedt op het gebied van opvoeden en opgroeien. “Voedingsadviezen en het volgen van de groei maken nog steeds onderdeel uit van de jeugdgezondheidszorg”, zegt wethouder Kavita Parbhudayal van Zorg, Jeugd en Volksgezondheid. “Maar nu volgt de jeugdgezondheidszorg de ontwikkeling van alle jeugd van nul tot negentien jaar en richt zich daarbij ook op het vroegtijdig signaleren van mogelijke ziekten en bedreigingen in de ontwikkeling. Het aanbod is breder geworden. Online veiligheid, zoals in deze tijd van sociale media, en middelenmisbruik of verslavingen zijn ook onderwerpen die worden besproken.”

Trots op zijn

In elk Haags stadsdeel is nu een Centrum Jeugd & Gezin, in Escamp zelfs twee. De jeugdgezondheidszorg is bovendien gratis en vrijwillig en dat al heel lang, zegt wethouder Parbhudayal. "Ouders kunnen hier met hun kinderen naartoe voor het volgen van de ontwikkeling van hun kind, zowel op fysiek en sociaal als emotioneel vlak. Ook kunnen ze zich hier laten vaccineren. Ouders kunnen vragen stellen over gezondheid, opvoeden en opgroeien. Bij alle uitdagingen waarmee wij ons rondom jeugdzorg en gezondheid geconfronteerd zien, mogen we zeker ook trots zijn op wat er in de afgelopen 120 jaar in de jeugdgezondheidszorg tot stand is gebracht.”